Specialisaties -> Heup -> Anatomie van de heup


Anatomie van de heup

Het heupgewricht bestaat uit enerzijds de heupkop die zich aan het bovenste uiteinde van het dijbeen bevindt en anderzijds, de heupkom of acetabulum dat deel uitmaakt van het bekken. De heupkop draait in het acetabulum. Beiden zijn bedekt met kraakbeen. Het acetabulum is omgeven door het labrum die als een stabiliserende ring fungeert.

De uiteinden van de beenderen bij een normaal gezond heupgewricht passen in elkaar zoals een bol in een kom. Ze zijn bedekt met zacht kraakbeen dat een pijnloze beweging toelaat. De spieren zorgen voor de sterkte en de ligamenten voor de stabiliteit. De beweeglijkheid van de heup hangt dus af van het kraakbeen waarmee het bedekt is en vooral van de toestand waarin dit kraakbeen zich bevindt.

anatomie heup1.jpg


In een ideale situatie is de sfericiteit van beiden perfect op elkaar afgestemd zodat een optimale beweging kan plaatsvinden met beperkte wrijving tussen beide delen van het gewricht.

Wanneer dit niet het geval is zal er verhoogde druk of belasting ontstaan ter hoogte van het kraakbeen, waardoor het kraakbeen sneller zal degenereren. Uiteindelijk zal er vroegtijdige artrose ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn impingement van de heup en heupdysplasie.

Artrose van de heup is op latere leeftijd een veel voorkomende aandoening. Hiervoor bestaan er echter zeer goede behandelingen.