Specialisaties -> Wervelkolom -> Spinale stenose


Spinale stenose

Inleiding
Wat is het?
Spinale stenose is een vernauwing van het wervelkanaal waarin het ruggenmerg / de zenuwen van het hoofd naar de onderrug lopen. Deze vernauwing oefent druk uit op de structuren binnenin het wervelkanaal. Lumbale spinale stenose kan voorkomen in de laatste vijf wervels van de onderrug.

Spinale stenose1.jpg

Wat veroorzaakt lumbale spinale stenose?
Sommige patiënten worden geboren met deze vernauwing, maar spinale stenose komt meestal voor bij patiënten boven de 50 jaar. Bij deze patiënten is stenose het geleidelijke gevolg van veroudering en "slijtage" van de wervelkolom tijdens de dagelijkse activiteiten.

Naarmate mensen ouder worden, kunnen de ligamenten van de wervelkolom dikker en harder worden (verkalking genaamd). Botten en gewrichten kunnen ook groter worden en er kunnen zich botsporen (osteofyten) vormen.

Uitpuilende of gehernieerde tussenwervelschijven komen ook veel voor. Spondylolisthese (het glijden van de ene wervel over de andere) kan ook voorkomen.

Zie hiervoor item spondylolisthesis.

Wanneer deze aandoeningen zich voordoen in het ruggenmerggebied, kunnen ze ervoor zorgen dat het wervelkanaal smaller wordt, waardoor er druk op de spinale zenuw ontstaat.


Symptomen
De vernauwing van het wervelkanaal zelf veroorzaakt gewoonlijk geen symptomen van spinale stenose. Pas wanneer er een ontsteking van de zenuwen optreedt op het niveau van de toegenomen druk, beginnen de patiënten klachten te ervaren.

Patiënten met lumbale spinale stenose kunnen pijn, zwakte of gevoelloosheid voelen in de benen, kuiten of billen. In de lumbale wervelkolom nemen de symptomen vaak toe bij het lopen van korte afstanden en nemen ze weer af wanneer de patiënt zit, naar voren buigt of gaat liggen.

Bij sommige patiënten begint de pijn in de benen en beweegt deze omhoog naar de billen; bij andere patiënten begint de pijn hoger in het lichaam en verplaatst zich naar beneden. De pijn kan uitstralend zijn zoals bij ischias, of het kan een krampachtige pijn zijn. In ernstige gevallen kan de pijn continu aanwezig zijn.


Diagnose
De meeste artsen gebruiken een combinatie van hulpmiddelen, waaronder:

Anamnese
De arts zal beginnen met vragen welke klachten de patiënt op dat moment heeft en hoe deze symptomen in de loop van de tijd zijn veranderd. De arts moet ook weten hoe de patiënt deze symptomen heeft behandeld, inclusief welke medicijnen er zijn geprobeerd.

Lichamelijk onderzoek
Hierna zal de arts de patiënt onderzoeken door te kijken naar eventuele bewegingsbeperkingen in de wervelkolom, evenwichtsproblemen en tekenen van pijn. De arts zal ook onderzoeken op het verlies van arm- of beenreflexen, spierzwakte, gevoelsverlies of abnormale reflexen, die op betrokkenheid van het ruggenmerg kunnen wijzen.

Onderzoeken
Na de patiënt te hebben onderzocht, kan de arts verschillende onderzoeken gebruiken om naar de binnenkant van het lichaam te kijken. Voorbeelden hiervan zijn:

  • MRI (magnetic resonance imaging) - dit is het minst ingrijpend.

  • CT-scan (computergestuurde axiale tomografie) - dit onderzoek toont de botten beter dan zenuwweefsel.

  • Myelogram - er wordt een vloeibare kleurstof in de wervelkolom geïnjecteerd, maar dit onderzoek wordt tegenwoordig niet vaak meer gebruikt.

  • Röntgenfoto's - dit onderzoek kan de structuur van de wervels en de contouren van de gewrichten aantonen.


Behandeling
Het scala aan behandelingsmogelijkheden en de risico's en voordelen van elke optie, moeten met uw arts worden besproken. Hierbij zal rekening worden gehouden met eventuele andere gezondheidsproblemen die een effect kunnen hebben op de risico's en de voordelen.

Mobiliteit is over het algemeen goed voor de wervelkolom. Naar voren leunen verlicht vaak enkele van de symptomen. Het voortduwen van een boodschappenkarretje kan soms eenvoudiger zijn dan simpelweg alleen maar staan. Een hometrainer kan helpen om de conditie te behouden en het risico op gewichtstoename te verminderen. Sommige patiënten vinden een outdoor rollator handig voor de mobiliteit en onafhankelijkheid.

Niet-chirurgische behandeling
Geneesmiddelen
De drie hoofdgroepen die, alleen of in combinatie, werken tegen de pijn, zijn:

  • Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID)

  • Neuropathische pijnstillers

  • Reguliere pijnstillers

Sommige medicijnen hebben een hoog risico om schade toe te brengen en worden niet aanbevolen, waaronder sterke opïoide pijnstillers en medicijnen zoals diazepam.

Behandeling met oefeningen
Er zijn geen specifieke behandelingsoefeningen voor spinale stenose. Het is echter belangrijk om fit te blijven en jezelf zo actief mogelijk te houden. Elke oefening die u prettig vindt en welke niet al te veel ongemak veroorzaakt, is goed voor u. Fietsen (bijv. op een hometrainer) kan erg handig zijn, omdat de gebogen positie op de fiets verlichting kan bieden voor de symptomen van de benen en vaak een oefening is die goed wordt verdragen bij spinale stenose.

Injecties
Deze kunnen nuttig zijn tegen pijn die uitstraalt naar het been. Ze lijken niet te helpen bij rugpijn.

Operatieve behandeling
Chirurgische behandeling moet worden besproken met uw arts als onderdeel van een gezamenlijke besluitvorming. Het is meestal een beslissing over de kwaliteit van het leven en er is slechts zelden sprake van een spoedbehandeling.

De meest voorkomende operatie is een eenvoudige decompressie. Bij deze operatie wordt een deel van het bot verwijderd om het wervelkanaal wijder te maken en zo de druk op het ruggenmerg of de zenuwen te verlichten. Indien nodig kan als onderdeel van de operatie een fusie worden uitgevoerd om de zenuwen te ontlasten. Dit kan gepaard gaan met een bottransplantaat en met metalen schroeven en pinnen om de wervelkolom te stabiliseren.

De resultaten van chirurgie zijn goed met veel patiënten die nuttige verbeteringen ervaren voor wat betreft loopafstand en pijn in de benen. Er zijn enkele risico's bij een wervelkolomoperatie. Patiënten worden geadviseerd om alle behandelingsopties met hun arts te bespreken.

Laminec.jpg