Specialisaties -> Schouder -> Rotator cuff letsels


Rotator cuff letsels

Anatomie en ontstaan van de scheur
Het peesblad (“rotator cuff”) van de schouder wordt gevormd door de aanhechting van een aantal spieren op de schouderkop. Deze spieren helpen mee in de verschillende bewegingen van de bovenarm (heffen van de arm, draaien naar binnen, naar buiten) en stabiliseren de schouderkop in de schouderkom.

De rotator cuff bestaat uit:

  • Subscapularis spier (vooraan)

  • Supraspinatus spier (bovenaan)

  • Infraspinatus- & Teres minor spier (achteraan)

Dit belangrijke peesblad kan aangetast worden en zelfs scheuren door een plotse trekkracht (val, heffen van een zwaar voorwerp) of door langdurige inklemming tussen de schouderkop en het schouderdak. Botaangroei aan de onderzijde van het schouderdak maakt dat de ruimte voor het peesblad nauwer wordt en dit veroorzaakt inklemming. Het inklemmen treedt vooral op bij bewegingen met de arm boven schouder hoogte. (zie impingement van de schouder)

Welke klachten treden er op?
In het beginstadium heeft de patiënt vooral last bij werken boven schouderhoogte (ruiten poetsen, was ophangen,…) In een verder stadium treedt er ook ’s nachts pijn op, bij het liggen op de schouder. Een uitgebreide scheur van het peesblad geeft ernstige krachtsvermindering: men kan de arm maar moeizaam opheffen of achterwaarts bewegen. Het haar kammen, aan- en uitkleden, autorijden worden moeilijk.

In het eindstadium, als alle pezen zijn afgescheurd, kan de arm haast niet meer gebruikt worden.

Wat zijn de mogelijke behandelingen?

Bij oudere mensen die niet te veel klachten hebben:

  • rust, vermijden van bovenarmse bewegingen

  • ontstekingsremmende medicatie (niet te lang, geven soms maagproblemen)

  • inspuiting met ontstekingsremmer in de schouder (meestal cortisone-preparaat; mag slechts enkele keren)

  • oefentherapie om de spieren opnieuw te versterken

Bij jongere mensen / oudere mensen met te veel pijn;
Meestal operatieve behandeling:

Operatieve behandeling: hechting van de rotator cuff
Deze ingreep kan met de camera (kijkoperatie) uitgevoerd worden. Met een lens, speciale hechtinstrumenten en ankertjes of schroefjes herbevestigen we de afgescheurde pees aan het bot van de bovenarm. De operatie wordt uitgevoerd onder een combinatie van algemene verdoving en lokale verdoving (“plexusverdoving”). De lokale verdoving zorgt ook voor pijnstilling na de operatie. Na het ontwaken en gedurende de eerste helft van de nacht voelt de arm als ‘lam’ aan. Dit gaat vanzelf weer weg; maak U hierom geen zorgen.

r4.png

Nabehandeling: na de ingreep moet de pees aan het bot vastgroeien. Dit duurt 4 tot 6 weken. Gedurende deze periode mag U de arm niet zelf opheffen! Alle bewegingen boven schouderhoogte moeten vermeden worden. Tijdens die weken blijft de arm strikt in een draagverband op een kussen (“abductiekussen”). Enkele keren per dag vragen we u pendeloefeningen van de schouder en oefeningen van pols en elleboog uit te voeren. Deze worden U nog uitgelegd door onze kinesisten. Nadien raden wij aan de draagdoek nog te gebruiken buitenshuis, maar binnen in huis regelmatig de arm te laten hangen. Dagelijkse handelingen onder schouderhoogte mogen dan voorzichtig gestart worden. Na 6 weken mogen stilaan alle dagelijkse activiteiten hernomen worden.

Wat te verwachten?
Het is belangrijk op voorhand te beseffen dat de schouder een gevoelig gewricht is. De eerste weken na de operatie zijn voor sommige mensen zeer pijnlijk. Het duurt meestal ook 4 tot 6 maanden vooraleer de schouderfunctie (beweeglijkheid, kracht) terug op niveau is. De revalidatie is lang. 30 tot 60 sessies bij een kinesist zijn vaak nodig om de functie van de schouder te herstellen.

Tot minimum 6 maanden na de schouderoperatie zien we nog vooruitgang in kracht en beweeglijkheid. Wat pijn betreft zien we bij de meeste patiënten, na enkele weken een zeer sterke vermindering van de klachten. De verbetering van de schouderfunctie en kracht hangt vaak af van de grootte van de peesscheur en de duur van de klachten voor de ingreep werd uitgevoerd.

Bij zeer grote scheuren waarbij de pees en de spieren sterk zijn verschrompeld kan de volledige kracht vaak niet teruggewonnen worden. Voor deze mensen blijft het soms moeilijk de arm volledig boven het hoofd of achter de rug te brengen.

Mogelijke complicaties
Zoals bij elke schouderoperatie kan dit zijn:

  • Infectie: is niet zo frequent en in de meeste gevallen kan deze succesvol behandeld worden met antibiotica.

  • Nabloeding: deze stopt in de meeste gevallen spontaan

  • Zenuw- en bloedvatletsels: deze zijn gelukkig genoeg zeldzaam

Meer specifiek voor deze ingreep zijn:

  • Schouderstijfheid ("frozen shoulder"): is soms aanwezig na een schouderoperatie en vereist een specifieke behandeling (injecties, eventueel mobilisatie onder narcose), om dit te voorkomen zijn de pendeloefeningen zeer voornaam.

  • Ondanks een herstel van de rotatorcuffpezen, kunnen deze soms blijvend zwakker zijn dan de pezen van de andere normale schouder.

Revalidatieschema: rotatorcuff-hechting

!! Abductiekussen wordt constant gedragen gedurende 4 tot 6 weken (afhankelijk van de grootte van de scheur) !! IJsapplicaties: in het begin zo vaak mogelijk, later enkel na de oefeningen

Eerste 4 tot 6 weken

  • zelf oefenen, enkele keren per dag

  • arm uit draagdoek, actief elleboog en pols bewegen.

!! De arm niet zelf omhoog heffen !!
!! De arm NOOIT achter op de rug brengen !!
(Na 10-14 dagen: hechtingen uit bij de huisarts.)

Vanaf week 5: oefeningen met kinesist

  • het verband (alleen draagdoek, zonder kussen) wordt buitenshuis nog gedragen

  • passieve mobilisatie (door kinesist of CPM-apparaat) van de schouder in alle richtingen tot pijngrens.

  • actief geassisteerde oefeningen (stok (foto 3), katrol (foto’s 4-5)

!! Elevatie (= opheffen van de arm naar voor) en abductie (= zijwaarts opheffen van de arm) niet verder dan schouderhoogte !!
!! Na 6 weken mag U het verband constant uitlaten !!

Na 12 weken

  • doorgedreven passieve mobilisaties tot volledige beweeglijkheid bereikt wordt: tussen 4 tot 6 maanden zou dit moeten bereikt worden ; enkel het naar binnen draaien van de arm (=endorotatie, zoals bij het op de rug brengen van de hand) kan langere tijd beperkt blijven

  • verder actief geassisteerde oefeningen, ook boven schouderhoogte

  • start spierversterkende oefeningen voor de rotatorcuffspieren en schouder- bladspieren (isometrische tonificaties = soort krachttraining waarbij er geen verplaatsing van de arm is, en waarbij de spieren wel samentrekken). Eerst het aantal herhalingen verhogen, daarna pas de weerstand.

  • als mobiliteit goed is : ook isokinetische tonificaties (theraband, elastiek) starten