Specialisaties -> Heup -> Impingement 


Impingement

Wat ?
Femoroacetabulair impingement is een begrip dat op het einde van vorige eeuw werd gelanceerd. Dit is een nieuw inzicht dat verklaart waarom mensen op reeds jonge leeftijd problemen kunnen krijgen met de heup.

Om dit probleem te begrijpen moet je de functie van de heup begrijpen. Het gewricht werkt als een kogelgewricht wat betekent dat er een bol (nl. de heupkop) in een kom (nl. het acetabulum) draait. Dit betekent dat je je bovenbeen in alle richtingen kan bewegen ten opzichte van je bekken.

Uiteraard zijn deze bewegingen optimaal wanneer bol en kom perfect in elkaar passen.

Er treden echter problemen op wanneer dit niet het geval is. Bij sommige mensen heeft de kop geen perfect sferische vorm, maar vertoont op sommige plaatsen als het ware een knobbel (ook bump genoemd). Dit type impingement heet “CAM-impingement”. Bij bepaalde bewegingen (combinatie van flexie of buiging en inwendige rotatie) wordt deze bump als het ware in de kom geperst, daar waar die er eigenlijk niet in past. Waarom dit zo is, is niet helemaal duidelijk maar vermoedelijk gaat het om een onopgemerkte groeistoornis die ervoor zorgt dat de verhouding tussen kop en kom niet meer optimaal is.
Een andere reden voor impingement is een afwijking van het acetabulum of de pan van de heup. Dit type heet “Pincer-impingement”. In dit geval is de heupkop te veel overdekt door de kom, waardoor de kop sneller zal inklemmen op de rand van de kom bij bepaalde bewegingen.

CAM impingement

Pincer impingement

Het gevolg is dat er elke keer een zekere schade optreedt in de kom die pas na vele jaren tot uiting komt. Op lange termijn leidt dit onvermijdelijk tot grotere schade en uiteindelijk arthrose van de heup.

Vroegtijdige klachten zijn liespijn en eventuele blokkages die uitgelokt worden door de hoger beschreven bewegingen.
Sporten die gepaard gaan met korte draaibewegingen gaan vaak samen met deze problematiek. Voorbeelden zijn voetbal, tennis, golf, hockey, enz.

Om dit probleem verder te evalueren wordt gebruik gemaakt van klassieke radiografieën en vaak ook een NMR of arthro-CT (hierbij wordt een contraststof in de heup gespoten alvorens de scan te nemen). Vaak wordt er ook een diagnostische infiltratie gegeven. Dit betekent dat er onder echografie een lokaal verdovend middel wordt ingespoten in het heupgewricht. Als de pijn nadien even beter is, kan er bevestigd worden dat het probleem zich daadwerkelijk in het gewricht bevindt.

Behandeling
Conservatieve maatregelen
In eerste instantie kan geprobeerd worden om de symptomen onder controle te krijgen met pijnstillers, injecties in het heupgewricht, fysiotherapie en aanpassing van de activiteiten (bijvoorbeeld vermijden van sporten die pijn uitlokken).

Chirurgie
Als er nog geen gevorderde artrose is opgetreden, kan het probleem behandeld worden met heupsparende operatie. Dit betekent dat het heupgewricht behouden wordt en dus niet vervangen wordt door een prothese (hetgeen bij gevorderde artrose wel uiteindelijk de enige oplossing is). Bij deze ingreep wordt het onderliggende probleem aangepakt. De knobbel op de kop kan weggenomen worden, het teveel aan overdekking van de pan kan bijgewerkt worden en scheuren in het labrum (de “meniscus” van de heup) kunnen hersteld worden. In onze dienst wordt deze ingreep zowel open (dwz. via een open chirurgische dislocatie) als arthroscopisch (met een kijkoperatie) behandeld. Uw arts zal met u bespreken welke techniek het meest voor u geschikt is. Dit zal afhangen van een aantal factoren, zoals het type impingement en de uitgebreidheid van de letsels.