Specialisaties -> Wervelkolom -> Cervicale stenose


Cervicale stenose

Cervicale Spinaal kanaalstenose
De nek bevat zeven botten, namelijk de halswervels, met kussentjes (schijven genoemd) tussen elke wervel. Een van de problemen die kunnen optreden in de cervicale wervelkolom, wordt cervicale stenose of degeneratieve cervicale myelopathie (DCM) genoemd. Een myelopathie betekent dat het ruggenmerg wordt samengedrukt. Dit kan gebeuren als het wervelkanaal vernauwd raakt vanwege degeneratie van de tussenwervelschijven en botten (stenose), waardoor het ruggenmerg smaller wordt.

Wie krijgt het en wanneer/wat veroorzaakt het?
Ruggenmergstenose (abnormale versmalling) treft voornamelijk ouderen en is het gevolg van continue, zeer langzaam toenemende degeneratieve veranderingen, die de mobiele segmenten van de wervelkolom aantasten. De tussenwervelschijven (aan de voorkant van het ruggenmerg) worden minder flexibel en de kleine gewrichten tussen de wervels (aan de achterkant van het ruggenmerg) worden minder bewegelijk. Deze twee flexibele componenten van de wervelkolom proberen ondanks deze veranderingen toch hun functie te behouden. Ligamenten aan zowel de voor- als de achterkant van de wervelkolom worden dikker om deze werkbelasting te compenseren. Hoe dikker deze ligamenten worden, hoe meer ze aan de voor- en de achterkant op het ruggenmerg drukken. Deze druk leidt tot een verlaging van de bloedtoevoer in dit gebied en vervolgens tot een verslechtering van de functie van het ruggenmerg.
Andere, minder vaak voorkomende oorzaken van versmalling van het ruggenmerg zijn: fracturen, tumoren, infecties en aangeboren afwijkingen.

Cervicale stenose.png

Cervicale stenose - Diagnose
Patiënten met een dysfunctie in de wervelkolom klagen voornamelijk over een geleidelijk verlies van de coördinatie; dat wil zeggen lopen en het gebruiken van hun handen. Het valt ze bijvoorbeeld op dat ze niet meer in een rechte lijn kunnen lopen of hun shirts niet meer kunnen dichtknopen. Andere symptomen zijn: een zwaar gevoel in de benen en stekende pijn in de armen en handen. Dit kan ook een lokale pijn in de nek en spasmen van de nekspieren inhouden.

De arts zal de voorgeschiedenis van de ziekte afnemen en vervolgens onderzoek doen naar zwakte en reflexen in de armen en benen, en naar eventuele gevoelsveranderingen.

De diagnose zal worden bevestigd door het uitvoeren van eenvoudige röntgenfoto's en een MRI-scan van de cervicale wervelkolom. De MRI laat precies zien hoeveel het wervelkanaal is vernauwd en in hoeverre het ruggenmerg hierdoor wordt aangetast.


Cervicale stenose - Behandeling
De behandeling van de aandoening is afhankelijk van de ernst van de ziekte. In het beginstadium, met milde vernauwing en aanvaardbare symptomen, kan de arts starten met pijntherapie, fysiotherapie (bijv. warmtetoepassingen) en tijdelijke externe ondersteuning.

Als de aandoening al redelijk vergevorderd is, is chirurgie de beste behandeling.

De operatie wordt uitgevoerd vanaf de voorkant of de achterkant van de wervelkolom, of beide. De beslissing welke benadering de beste is, is afhankelijk van het aantal wervels dat is aangetast en de locatie waar de vernauwing het ergst is - of het gaat om de tussenwervelschijven aan de voorzijde van de wervelkolom of de facetgewrichten aan de achterzijde. Dit maakt niet heel veel uit: het hoofddoel van de operatie is om meer ruimte te bieden aan het ruggenmerg en ook om de cervicale wervelkolom te stabiliseren. Na de operatie kan het nodig zijn om een nekbrace te dragen gedurende 1 tot 3 maanden. Nadien moet het ruggenmerg worden onderhouden met minder pijn als gevolg, maar ook met een lichte bewegingsbeperking van de cervicale wervelkolom.