Specialisaties -> Schouder -> Peesverkalking


Peesverkalking of calcificatie

Het gaat hier om een afzetting van calciumkristallen in één van de pezen rond de schouderkop (met name de rotator cuff pezen).
Deze calcificaties ontstaan niet na een ongeval en zelfs niet na een overbelasting. Men denkt dat ze ontstaan in een zone van verminderde bloedsdoorstroming waar bepaalde cellen worden aangespoord tot het verkeerdelijk vormen van calcium.

Synoniemen van deze aandoening

  • tendinitis calcarea

  • calciumdeposit in de rotator cuff

  • hydroxyapatietdepot in de rotator cuffpezen

  • calcifying tendinitis

Beschrijving van de pathologie
Algemeen wordt aangenomen dat deze calciumdepots voorkomen bij 3 tot 20 % van de bevolking. De pees van de rotator cuff die het meest getroffen wordt is de supraspinatus. Slechts 35 a 45 % van alle patiënten die calciumdepots hebben, zullen er ook symptomen van krijgen, m.a.w. niet iedereen heeft er klachten van.
Het meest frequent wordt deze aandoening aangetroffen bij vrouwen en iets minder bij mannen tussen de 40 en de 50 jaar. 50 % van de patiënten heeft calcificatie in beide schouders hoewel niet de beide schouders tegelijkertijd pijn moeten doen.

Oorzaak
De calcificaties staan niet in verband met een ongeval noch met overbelasting. Er is geen relatie met de dominante zijde. Meestal worden deze klachten gezien bij mensen met eerder een bureaujob. Er is ook geen relatie met: aderverkalking / artrose / osteoporose / calciuminname via de voeding / zware arbeid in het verleden.
Algemeen wordt aangenomen dat het een zelf-oplossende aandoening is gezien deze calciumdepots op een bepaald moment ofwel zeer traag ofwel acuut kunnen verdwijnen.

Symptomen
In het stadium dat er calciumdepots worden gevormd, zijn er meestal weinig klachten.
Naarmate het calciumdepot groter wordt, kunnen er wel inklemming- of impingement-klachten ontstaan.
Dit ontstaat doordat de verdikte pees in conflict komt met het beenderig dak boven de schouder (acromion).

Tijdens het gecalcifieerde stadium kunnen er dus pijnklachten zijn, vooral bij bewegingen boven schouderhoogte, maar kan er ook avondlijke pijn zijn als men op de schouder gaat liggen. De pijn wordt gewoonlijk waargenomen over het zijdelings aspect van de bovenarm.

Als het calciumdepot spontaan vrij komt in de slijmbeurs, die zich tussen de pezen en het schouderdak bevindt, treedt er een hyperacute en zeer pijnlijke fase op (genaamd acute calcifiërende bursitis). De pijnopstoot is soms zo hevig dat de schouder niet meer kan gebruikt worden. De kalk wordt dan over een periode van enkele weken geresorbeerd door het lichaam, zodat ze vaak volledig verdwijnt. Nadien is de schouder dikwijls volledig klachtenvrij.

De klachten zijn dus erg afhankelijk van het stadium waarin de calcificatie zich bevindt.

Onderzoek
Uw arts zal bij het klinisch onderzoek vaststellen dat er een pijnlijk moment is bij het actief optrekken van de arm (painful arc). De kracht om de arm naar boven op te heffen, is vaak geminderd door de pijn die tegelijkertijd wordt waargenomen.

Tijdens de acute fase of de acute resorptiefase kan de bovenarm zeer pijnlijk zijn, zelfs bij aanraking. De schouder vertoont met name een soort pijnlijke verlamming (pseudo-paralyse) die veroorzaakt wordt door de ernstige ontsteking van de slijmbeurs onder het schouderdak.
Door deze pijn komen patiënten vaak terecht op de spoedgevallendienst.

De klassieke radiografie en echografie zijn de beste basisonderzoeken voor deze pathologie. Dit laat toe om een classificatie uit te voeren van deze calcificatie die vooral belang heeft in het voorspellen van het verloop (de prognose).

Als de calcificatie wazig en brokkelig voorkomt, is ze meestal vrijgekomen in de slijmbeurs. Dan treedt er resorptie op. Opeenvolgende radiografieën kunnen de evolutie van het calciumdepot aantonen.

Therapie
Bij de keuze van uw therapie zal uw arts rekening houden met het spontane verloop van de ziekte, de aard van de klachten, klinisch onderzoek en het radiologisch beeld van de calcificaties.
In functie van de klachten heeft de arts de mogelijkheid om uit volgende therapieën te kiezen:

1. Conservatieve behandeling (symptomatisch):
Al deze technieken zijn louter gericht op de peesontsteking en hebben niet direct tot doel om het calciumdepot te verwijderen. Men behandelt dus louter symptomatisch volgens de klachten :

  • relatieve rust, eventueel zelfs met draagdoek

  • pijnstillers

  • ontstekingsremmers

  • kinesitherapie

  • ijsapplicaties

  • infiltraties met lokale verdovende middelen

  • infiltraties met corticoide preparaten

Opmerking:
In de acute fase waarbij patiënt een pseudo-paralyse van de arm vertoont, hebben lokale corticoïde infiltraties zeker hun nut om deze pijnlijke periodes te overbruggen.
Na een dergelijke injectie kan er mogelijks een flush optreden waarbij het aangezicht, de handen en/of de voeten rood en warm worden. Ook kan er een storing zijn van de suikerspiegel bij diabetespatiënten gedurende enkele dagen.

2. Verwijdering van het calciumdepot:

ESWT calcificatie.jpg
  • Needling of barbotage: Dit was vooral vroeger een populaire techniek waarbij men onder lokale verdoving en met behulp van echografie of radioscopie, het calciumdepot aanprikt en vervolgens met een zoutoplossing en een verdovend middel het calciumdepot uitspoelt.

  • ESWT: Extracorporele Shock Wave Therapie: met gerichte geluidsgolven wordt de calcificatie beschoten. Daardoor kan ze verbrokkelen en komt ze vrij in de slijmbeurs, waarna ze geresorbeerd wordt door het lichaam. Er is een redelijk goede succeskans bij dergelijke therapie: de kalk verdwijnt bij 50 tot 65 %. In tegenstelling tot operatieve ingrepen is deze slaagkans dus lager. Maar anderzijds gaat het om een niet-invasieve of niet-ingrijpende techniek die meestal ambulant kan uitgevoerd worden. De behandeling gebeurt vaak onder lokale verdoving. ESWT wordt meestal uitgevoerd bij de kleinere verkalkingen, en niet bij de grote verkalkingen omdat bij het vrijkomen van een grote hoeveelheid kalk in de slijmbeurs een zeer pijnlijke schouder kan ontstaan.

  • Artroscopische resectie: met een kijkoperatie kan het calciumdepot verwijderd worden. Deze ingreep gebeurt meestal onder een combinatie van algemene en lokale anesthesie. Met een dunne lens wordt in het gewricht en vervolgens ook in de slijmbeurs gekeken. Met een naald doorheen de huid wordt de verkalking onder zicht van de camera opgespoord en aangeprikt. Vervolgens wordt de vloeibare kalk uit de pees geduwd en opgezogen. Nadien wordt de slijmbeurs waarin de calciumkristallen vrijkomen, goed gespoeld.


Complicaties
Na de artroscopische ingreep kan er, zoals bij elke ingreep, infectie of bloeding ontstaan, al is de kans hier zeer klein. Soms ontwikkelt zich een frozen shoulder, wat niet echt een complicatie is, maar een reactie van het gewricht met inflammatie van het schouderkapsel zelf. Dit wordt best voorkomen door de schouder zo snel mogelijk zelf te mobiliseren.

Revalidatie
Na conservatieve therapie, infiltraties of ESWT is er geen specifieke revalidatie vereist.
Na de artroscopie komt de kinesist van het dagziekenhuis langs voor instructies. Oefeningen worden uitgelegd en meegegeven. De draagdoek zo snel mogelijk uitlaten en deze alleen te dragen de eerste dagen als de schouder pijnlijk of vermoeid is.