Specialisaties -> Knie -> Anatomie van de knie 

Anatomie van de knie

Het kniegewricht is een scharniergewricht dat boven- en onderbeen met elkaar verbindt. Het wordt gevormd door het onderste uiteinde van het dijbeen (femur) en het bovenste uiteinde van het scheenbeen (tibia). Vooraan bevindt zich de knieschijf (patella), die een grote verbening in de vierkoppige beenspier is (quadricepsspier).
Deze knieschijf loopt in de goot van de knie (trochlea), bij het strekken en plooien ervan.

Waar deze botten met elkaar in contact komen, zijn ze bekleed met een gladde glijlaag, het kraakbeen. Tussen deze contactvlakken van boven- en onderbeen bevindt zich aan de binnen- en buitenzijde een maanvormige ‘schokdemper’, de menicus. Deze bestaat uit een specifiek, erg soepel, type kraakbeen.

Om deze botstructuren met elkaar te verbinden en stabiliteit in het kniegewricht te geven, zijn er aan de binnenzijde (mediaal) en buitenzijde (lateraal) ligamenten (de collaterale ligamenten). Centraal in de knie bevinden zich 2 gekruikste ligamenten, de ‘kruisbanden’ (voorste en achterste kruisband), die voornamelijk voor de voor-achterwaartste stabiliteit in de knie zorgen.